Thessalië

PLaatsen > Thessalië

Thessalië is een van de regio’s van Griekenland. De regio Thessalië meet 14.037 km² en telt circa 750.000 inwoners. Thessalië  ligt centraal op het vasteland van Griekenland. Thessalië grenst aan West- en Centraal-Macedonië in het noorden, Epirus in het westen en Centraal-Griekenland in het zuiden.

Archeologen hebben in 2008 in de regio Thessalië de restanten gevonden van een 6500 jaar oude boerennederzetting. De vondst bestaat uit ruïnes van huizen van hout en ongebakken klei, aardewerken vazen, ovens en stenen gebruiksvoorwerpen.

De vruchtbare vlaktes van Thessalië trokken de eerste boeren van Griekenland aan en in Thessalië zijn de afgelopen honderdvijftig jaar de overblijfselen van verschillende grote, bloeiende nederzettingen opgegraven. De restanten van de boerennederzetting stammen uit het neolithicum, de jonge steentijd, en werden ontdekt bij de aanleg van een gaspijp in de buurt van het dorp Vassili, bijna driehonderd kilometer ten noorden van Athene.

Brand maakte een einde aan deze nederzetting, maar de onderdelen van klei werden gebakken en hardden uit, zodat de afdrukken van houten onderdelen, zoals gezaagde planken, in de klei bewaard bleven. De muren van de gebouwen waren vervaardigd van takken en bedekt met klei. Houten palen droegen de met klei bedekte daken. Tussen de ruïnes zijn grote hoeveelheden aardewerk gevonden, waaronder beschilderde vazen, stenen bijlen en schrapers, gereedschap van botten en een aantal terracotta beeldjes.
Ruim vierduizend jaar nadat de nederzetting was verlaten en overdekt met een laag aarde, werd de plek gebruikt als begraafplaats. Dat blijkt uit vijftien graven uit de vierde tot de eerste eeuwen voor Christus die hier zijn aangetroffen.
Organische vondsten als zaden en pollen worden geanalyseerd om een beeld te krijgen van de klimaatomstandigheden in het vroege vijfde millennium voor Christus.

In het noordwesten van Thessalië, waar de rivier de Peneios door een vlakte stroomt, rijzen 300 meter hoge oerrotsen omhoog. De bizarre vormen van deze rotsen zijn ontstaan door erosie. De rotsen met hun loodrechte wanden en scherpe punten zijn gelegen boven de stad Kalambáka en Kastráki, waarvan ze door diepe ravijnen gescheiden zijn.

Boven op deze gigantische rotsen liggen de “Meteora-kloosters” die door de aard van hun ligging zo genoemd werden.’ Tá meteóra monastiria’ ofwel de tussen hemel en aarde zwevende kloosters. Voor het Meteora gebied is het niet duidelijk wanneer de eerste monniken zijn gekomen. In de 9e eeuw vestigden zich kluizenaars in holen aan de voet van de Meteora-rotsen. De monniken vestigden vanaf de 11de eeuw voornamelijk in de natuurlijke holen die zich in de rotsen bevonden. In de 13de eeuw stichtte Athanasios (een monnik van de berg Athos) het eerste georganiseerde klooster boven op een van de rotsen. Hij noemde de rots Meteora, dit betekende “In de lucht” omdat de rotsen lijken te zweven tussen hemel en aarde. Vandaag heet het hele gebied met de verschillende kloosters zo.

In 1340 kwam Thessalië onder Servische heerschappij. Het waren onrustige tijden en de heremieten bouwden in deze tijd boven op de rotsen de kloosters. Het eerste was het Groot-Meteoron op de 534 meter hoge rots, dat in 1356 en 1372 door Athanasios Meteoritis gesticht werd. De zoon van koning Symeon, Ioannis Uros Palaeologos, leefde nadat hij blind was geworden, als abt Josaphat in het Groot-Meteoron, dat hij in 1388 uitbreidde.

Tijdens de bloeiperiode waren er 24 kloosters; in de 16e eeuw begon het echter al minder te worden. Tegenwoordig zijn er nog vijf kloosters bewoond. Zij zijn- naast die van Athos- belangrijk voor onze kennis van de laat Byzantijnse schilderkunst van de 16e eeuw.

Vroeger waren deze kloosters alleen toegankelijk via kleine paadjes en touwladders die met behulp van een katrol werden bediend. Tegenwoordig zijn de kloosters opengesteld voor het toerisme en heeft men moderne wegen en trappen aangelegd.

Om dit fantastische landschap op de beste manier te beleven, doet men er goed aan niet te snel van de ene naar de andere bezienswaardigheid te rijden, maar zich de tijd te gunnen om te gaan wandelen. Op die manier komt men ook bij kloosters die nu in volledige verlatenheid liggen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.