Staatsinrichting

Thema’s > Griekse Staatsinrichting

Krachtens de huidige grondwet (1975 – gewijzigd in 1986 en 2001) is de Republiek Griekenland een parlementaire democratie, met een president als staatshoofd. Tenminste elke vier jaren vinden parlementsverkiezingen plaats. De 300 parlementsleden worden gekozen in 56 kiesdistricten. Het kiesstelsel is ingericht op het produceren van een meerderheidsregering. De toedeling van zetels binnen de kiesdistricten wordt daarbij bijgesteld ten voordele van de partij die in heel Griekenland de meeste stemmen heeft behaald. Maximaal vijftien zetels (van de 300) zijn gereserveerd voor “landelijke afgevaardigden” (het betreft hier zetels die landelijk worden verdeeld, afhankelijk van de politieke kracht van iedere partij, aan de hand van door de partijen opgestelde landelijke kieslijsten). Het parlement kiest de president. De president benoemt de premier (de leider van de partij die absolute meerderheid heeft gehaald in het parlement). De premier vormt een regering, die vervolgens door de president officieel wordt benoemd. De uitvoerende macht berust bij de regering. De regering wordt weliswaar benoemd door de president maar kan door het parlement worden heengezonden. Rechters worden voor het leven benoemd en zijn onafhankelijk.

In aanvulling op de staatsinstellingen van de trias politica kent Griekenland de “Raad van State”. Wanneer de politieke partijen er niet in slagen een regering te vormen, wordt de voorzitter van de Raad van State ingeschakeld. Deze vormt een interim regering bestaande uit alle partijen, die vervolgens nieuwe verkiezingen uitroept.

De grondwet legt de bijzondere positie van de Grieks-orthodoxe Kerk vast. Vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd, maar missie- en zendingsactiviteiten zijn niet toegestaan. Het in omloop brengen van officiële vertalingen van de Bijbel in een gewijzigd taaltype moet door de Grieks-orthodoxe Kerk worden goedgekeurd.

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.